Dit is alineatekst. Klik erop of klik op Tekst beheren Button om het lettertype, de kleur, de grootte, het formaat en nog veel meer te wijzigen. Als u alinea- en titelstijlen voor de hele site wilt instellen, gaat u naar Sitethema.
Adeldom verplicht
Adeldom verplicht

18 november 2024
Zijn jullie ook zo nieuwgierig hoe de gesprekken in het kabinet afgelopen week precies verlopen zijn? We hebben er allemaal een beeld bij en een mening over, maar hoe werkt zo’n overleg? Uren praten, hoogoplopende emoties, beschuldigingen over en weer, en Schoof die uiteindelijk naar buiten komt met de boodschap dat er niets aan de hand is. De weerslag van deze soap resoneert door de hele samenleving; de media staan er bol van.
Wat mij, bij alle duidingen die ik verslind en waar ik weinig aan toe te voegen heb, intrigeert is hoe ik als mediator zou omgaan met deze situatie. Is een verbindend gesprek nog mogelijk? Kan je zoiets uitpraten, binnen het kabinet, en tussen kabinet en samenleving? Helpt het, om een oprechte poging te doen elkaars dieperliggende beweegredenen te snappen? Zijn uitspraken in de hitte van het moment gedaan, weer klein te maken, omdat er een te begrijpen angst, frustratie of behoefte onder zit?
Toeval bestaat niet. Op de ochtend van de net afgewende kabinetscrisis heb ik een buurtbemiddeling. De klagende buur wordt stapelgek van de spelende kleinkinderen van zijn buren. Aldoor gaat hun bal tegen de muur, terwijl hij moet werken en zijn dochtertje probeert te slapen. Het speelt al jaren en zijn klachten komen niet aan. Ik zie een hele boze, emotionele man die, pikant detail, niet in Nederland geboren is. De grootouders zijn defensief, teruggetrokken, maar veren op als zij mogen reageren. Buurman is tegen de jonge kleinkinderen uitgevaren; waarom spreekt hij hun niet aan in plaats van de kinderen? Meteen vliegt het gesprek uit de bocht; dat heeft hij geprobeerd en toen was hij een ‘vuile buitenlander’. En zo gaat het nog een paar keer heen en weer. Klein leed? Er is feitelijk niet veel meer aan de hand dan een bal tegen de muur en een boze buurman. Tegelijkertijd kijk ik hier naar een situatie die voor beide partijen ziekmakend is; je kan aan dit soort gedoe niet ontsnappen als je naast elkaar woont. Buurman overweegt zelfs om te verhuizen, zo erg vindt hij het. En dat blijkt tot de kentering in het gesprek te leiden; daar schrikt oma van. Waar ze tot dat moment sprak over; ‘kinderen moeten toch kunnen spelen, waar maakt u zich zo druk over’, valt nu het kwartje dat hij er écht mee zit. Omgekeerd vertelt hij ook dat kinderen natuurlijk moeten spelen, hij is zelfs vrijwilliger bij een spelgroep, maar waarom tegen zijn muur? Spelen oké, overlast nee. En ja, een volgende keer zal hij aanbellen in plaats van de kinderen ‘aanspreken’. Na twee uur gaan we handenschuddend uit elkaar.
Dus het kan. Hoog oplopende conflicten tussen mensen, waar zelfs beschuldigingen van racisme een rol spelen, weer klein maken als je over en weer snapt waar de pijn of de behoefte van de ander zit. En hoewel ik persoonlijk weinig vertrouwen heb in de bereidheid van PVV-ers om zich voor anderen open te stellen, zou je daar bij de rest van het kabinet naar op zoek kunnen gaan. Maar er speelt nog iets anders. Hier is niet alleen sprake van conflicten tussen mensen, hier heeft onze regering ruzie met de samenleving. En een regering, ongeacht de politieke kleur, heeft een verantwoordelijkheid ten aanzien van toon en inhoud van haar uitingen. Daar kan je mooie, bestuurskundige verhandelingen over houden, maar ik leerde dat van mijn vader, toenmalig algemeen directeur van de gemeente Amsterdam. Decennia geleden zei hij al tegen de burgermeester, die geweldig uit zijn slof kon schieten tegen ambtenaren en dan, iewat beschaamd, tegen mijn vader zei; ‘ze kennen me toch, ze weten dat ik het zo niet bedoel’, ‘het is wel de burgemeester van Amsterdam die tegen je staat te schreeuwen’. De machteloosheid die dat oplevert bij degene die toegeschreeuwd wordt, beschadigt de relatie fundamenteel.
Positiemacht, met bijbehorende verantwoordelijkheid. Als samenleving gunnen wij de overheid de macht van het zwaard; wij dragen geen wapens, omdat we er op kunnen, willen, mogen vertrouwen dat onze overheid zich weet te beheersen en de vrede weet te bewaren. Wij gaan onze buren niet te lijf, omdat we er impliciet op vertrouwen dat we de politie kunnen bellen als het te hoog oploopt, dat onze instituties racisme veroordelen, dat artikel 1 van onze grondwet ergens op slaat. En dat onze leiders, ook als ze niet van onze politieke kleur zijn, zich verantwoordelijk weten te gedragen. ‘Noblesse oblige’, adeldom verplicht, is al sinds eeuwen het mantra voor machthebbers. NSC staat voor nieuw sociaal contract; ik zou het al heel wat vinden als we ons vast mogen houden aan het bestaande sociale contract. Schoof heeft de mond vol over wat 'de' samenleving wil. Ik raad het kabinet aan zich te verdiepen in het bestaande contract dat ze met de samenleving heeft. Dan kunnen wij ons weer bezig houden met geweldloze conflictbemiddeling tussen buren.
